Zwart gemaakt

 

Arnold-Jan Scheer doet al meer dan dertig jaar onderzoek naar Sinterklaasvieringen in heel Europa. En altijd had hij een camera bij zich. Hij ontdekte dat het Sinterklaasfeest veel ouder is dan vaak wordt gedacht en wellicht zelfs teruggaat op prehistorische rituelen. Dat Zwarte Piet een Afrikaan zou zijn, is een misvatting die pas in de negentiende eeuw voet aan de grond kreeg. In de documentaire 'Zwart Gemaakt' voert hij de kijker terug naar de ware Zwarte Piet zodat de kijker zelf kan vaststellen wat de toekomst van de Piet moet zijn.

Trailer

In de recente discussie lijkt iedereen klakkeloos aan te nemen dat Zwarte Piet rond 1850 is ontstaan door het kinderboek 'Sint Nicolaas en zijn Knecht' van de Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman. Op basis van dat boek is het beeld ontstaan van Piet als negerslaaf, buitgemaakt in Afrika en verhandeld naar Amerika. Alsof hij daarvoor nooit had bestaan. In 'Zwart Gemaakt' toont Arnold-Jan Scheer aan dat de Zwarte Piet al ver voor die tijd bestond, ouder is dan Sinterklaas en waarschijnlijk zelfs is terug te voeren op heidense rituelen van ver voor de Europese kerstening. De documentaire voert de kijker door Europa en toont een onbekende exotische wereld. In afgelegen en geïsoleerde dorpen vieren mensen evengoed Sinterklaas, maar er zijn belangrijke verschillen. Zo zien we in Zwitserland hoe Samichlaus en Schmützli gezinnen met kleine kinderen bezoeken. Samichlaus is een wat rommelige grijsaard, Schmützli heeft een deels zwart gemaakt gezicht, kijkt met strenge ogen naar de kinderen en zwaait met de roe. Samichlaus is geen zoetsappige kindervriend; hij spreekt de kinderen vermanend toe, en uiteindelijk krijgen ze pinda's of sinaasappelen, maar geen dure cadeaus. In Oostenrijkse bergdorpen blijkt Sinterklaas de aanvoerder van een bende vechtende, gemaskerde demonen. Brullend, drinkend en vechtend trekken ze door de straten. Er vallen regelmatig gewonden die gelukzalig bloedend naar gereedstaande ambulances strompelen. Het zijn voorbeelden van feesten die hun oorsprong vinden in de Germaanse midwinterfeesten. Met de komst van het christendom naar Europa werden deze (en andere) feesten geïncorporeerd in de christelijke geloofsbelijdenis.

In dorpen die nog geïsoleerder liggen, bestaan vergelijkbare tradities, maar hier heeft de kerstening van het midwinterfeest niet plaatsgevonden. In Grieks Macedonië bij de grens met Albanië zijn opnames gemaakt in een afgelegen bergkom. Mannen met zwartgemaakte gezichten – van roet gemengd met varkensvet – raken er in extatische trance. Ze hebben schaapshuiden en bellengordels om. Ze komen om een bruid te ontvoeren. Omstanders – vooral de jonge vrouwen – krijgen roet in het gezicht gesmeerd. Dat moet geluk brengen. De mannen dansen voor de kerk, omdat ze er niet naar binnen mogen.

Zelfs nu nog noemt de lokale Grieks-Orthodoxe priester het een illegaal ritueel, zoals de kerk altijd de strijd heeft aangebonden met lokale, heidense gebruiken. Het is een midwinterfeest zonder Sinterklaas maar met de Pieten. Vergelijkbare rituelen vinden in heel Europa plaats. In de Pyreneeën wordt eenzelfde rite gefilmd: andere spelers, dezelfde rollen, schapenhuiden, en bellengordels, maar nu met berenkoppen boven de roetgezichten. Zo ook op Sardinië: mannen met hertengeweien boven zwarte gezichten en rituele gevechten tussen jongemannen. Allemaal feesten met heidense elementen. Allemaal in afgelegen, 'achtergebleven' gebieden. Allemaal moeilijk bereikbaar voor de kerk en met een eigenzinnige bevolking die vasthoudt aan oude riten. Zelfs op een deel van de Waddeneilanden heeft de Goedheiligman de aansluiting met de moderne tijd gemist. Tijdens Sunderklaas moeten de vrouwen binnenblijven en jagen Sunneklazen op vrouwen die zich daar niet aan houden. Het gaat er dan hardhandig aan toe. Vrouwen die wel keurig binnenblijven moeten over een stok springen (een fallussymbool) en dansen voor de Sunneklazen. Het is een element dat vaak terugkomt. Overal in Europa worden vrouwen tijdens het Sinterklaasfeest met een roe, koehoorn of varkensblaas geslagen. Er worden offers in de schoorsteen gehangen, vrouwen en kinderen wordt angst aangejaagd. Het zijn tradities die zijn terug te voeren op het oude zonnewende feest – de Grote Joel – waarbij een leger van doden uit de onderwereld door het land trok onder aanvoering van de Germaanse oppergod Wodan. In die tijd werd gevreesd dat de vruchtbaarheid in de winter ondergronds ging. Gewassen groeiden niet, de aarde was kaal en doods. De winter was een barre tijd en zonder de hulp van Wodan en zijn dodenleger – bestaande uit de voorouders van de Germaanse stammen – zou het niet meer goed komen. Daarom waren de offers en rituelen hard nodig. De vrouwen en gewassen werden geslagen door de (als bok, zwijn of rendier vermomde) overledenen. Zo werd de vruchtbaarheid weer opgewekt.

Door toedoen van de kerk zijn deze rituelen in de loop der tijd gedomesticeerd en geïncorporeerd. Weinig herinnert nog aan de woeste Germaanse god. Het is jammer dat door onwetendheid een situatie is ontstaan waarin door mensen van zowel Europese als Afrikaanse origine wordt gedacht dat Zwarte Piet een neger is en dat Sinterklaas er een stevige VOC-mentaliteit op na houdt. Dat de Sint met een schare slaven goede sier komt maken in Nederland, terwijl hij in werkelijkheid een afstammeling is van Wodan, die in de winter de Grote Joel aanvoerde, met een gevolg bestaand uit jammerende doden, jachthonden en andere jachtdieren.

Arnold-Jan Scheer